EcoReview – Fiat Panda CNG: Avanti metano!

woensdag, 25 september 2019 19:04
EcoReview – Fiat Panda CNG: Avanti metano!

Italië is gek op CNG en dat zien we duidelijk aan het Fiat-gamma. Zowat elk segment krijgt er zijn eigen model op metano: van de 500L voor grote gezinnen tot de Ducato voor grote ladingen. Wij gingen op pad met Fiats kleinste CNG-model: de iconische Panda.

Tweede Panda-generatie op aardgas

De Fiat Panda is al een geliefd model sinds zijn eerste generatie in 1980 op de markt kwam. Zijn guitig design, compacte afmetingen en functionele vormgeving boden een perfect antwoord op de vraag naar betaalbare mobiliteit. Of het nu om een klein gezin, een arme student of een onvoorzichtige landbouwer ging; de Panda paste in ieders levensstijl.

Intussen is de Panda al bij zijn derde generatie aangekomen. Dat nieuwe model draait nu sinds 2011 mee en biedt een gemoderniseerde versie van de originele Panda-ideologie. Waar de oude wagen een traditionele 3-deurs hatchback was ging het design voor het nieuwe model wat meer de richting van een compacte gezinswagen uit, maar in de basis blijft het een klein, praktisch ruimtewonder. Aan de aardgasrijders werd ondertussen ook gedacht: deze Panda is al de tweede generatie die af-fabriek met CNG-tanks besteld kan worden.

Stijl boven kwaliteit

De basisingrediënten van het Panda-recept zijn dus altijd al dezelfde geweest: goedkoop om aan te schaffen, leuk om naar te kijken en gemakkelijk om mee te leven. De nieuwste generatie maakt die belofte nog steeds waar. Om te beginnen kan je de Panda met zijn basisprijs van 10.190 euro onmogelijk als duur omschrijven. Zelfs de meest spartaansen onder de concurrentie kosten doorgaans meer; kijk maar naar de Suzuki Celerio (vanaf 10.799 euro). De aandrijflijn op aardgas brengt natuurlijk wel een meerprijs met zich mee: voor een CNG-Panda leg je minimaal 13.590 euro op tafel. Die krijgt dan standaard wel al een paar snufjes mee zoals een USB-radio en lichtmetalen velgen.

De Panda is ook nog steeds leuk om naar te kijken. Het vierkantige is er sinds de huidige generatie wel uit maar doorheen de hele auto vind je nog hints naar het hoekige karakter van voorheen. Zelfs de toerenteller en snelheidsmeter nemen de vorm aan van afgeronde vierkanten—grappig, maar soms ook vervelend aangezien de naald daardoor sommige getallen wat afdekt en het moeilijk wordt om je precieze snelheid te bepalen.

De nieuwste generatie Panda blijft ook makkelijk om mee te leven dankzij zijn compacte afmetingen en zijn hoge koets. Met wat Italiaanse durf krijg je de wagen in elk parkeerplaatsje kwijt want zijn korte neus en kaarsrechte achterwerk maken hem eenvoudig om in te schatten. Binnenin hoef je daarvoor niet al te veel in te boeten: de koffer blijft met 225 liter acceptabel voor de compacte klasse en passagiersruimte is ook best goed.

Alles is dus aanwezig om dit een echte Panda te kunnen noemen maar één element ontbreekt nog steeds uit het recept: kwaliteit. De materialen zijn er duidelijk op vooruit gegaan in vergelijking met de vorige generatie(s) Panda maar wanneer we kijken naar de concurrentie hinkt de kleine Italiaan toch wat achterop. Zo zijn alle plastics op het dashboard, in de middenconsole en op de deuren pijnlijk hard en voelen heel wat knopjes broos aan. Wanneer we eerlijk zijn ligt dat dan weer precies binnen het verwachtingspatroon: waar andere constructeurs zich bezighielden met uitvoerige studies naar het optimale gewicht van een volumeknop hebben ze bij Fiat die tijd gewoon uitgespaard… en dat merk je dan in je portemonnee. De Panda voelt dan ook eerder als een gebruiksvoorwerp aan dan als een auto dus je betrapt jezelf erop dat je hem flink wat vergeeft.

Vaart maken

Ook het rijden met de Panda is een functionele ervaring: de bestuurder vindt alles wat hij of zij nodig heeft maar meer niet. Het vermogen wordt in de CNG-versie geleverd door een 0.9-liter TwinAirmotortje met 80 pk en 140 Nm koppel. In de Panda op benzine levert diezelfde motor 85 pk, of 65 pk voor de goedkopere versie zonder turbo.

Fiats 0.9 TwinAir is één van de enige tweecilindermotoren op de huidige markt en dat zorgt meteen voor een unieke rijervaring. Het geluid is eigenlijk ronduit komisch en vooral bij hogere snelheden wat aan de luide kant aangezien de Panda slechts beperkte isolatie meekreeg. Bij lage toerentallen klinkt het dan weer alsof de motor sputterend wil stilvallen—en zo voelt het eigenlijk ook want onder de 1500 toeren stuurt het blok aanzienlijk wat trillingen door de aandrijflijn. Het mag duidelijk zijn: geen enkele andere motor klinkt of voelt zoals de TwinAir maar de meeste motoren hebben dan ook minstens twee keer zo veel cilinders. Sommigen houden ervan, anderen zijn er helemaal niet voor te vinden.

Wat wel vaststaat is dat dit blok flink wat koppel uit zijn twee potten weet te persen. 140 Newtonmeter, daarvan kan menig driecilinder in deze prijscategorie alleen maar dromen. Dat merk je ook heel de tijd: dit wagentje wil tempo maken. Zijn zachte koppelingspedaaltje en lichte versnellingspook maken hem eenvoudig om op snelheid te krijgen. Ook op de snelweg zit er nog wat extra in dus eigenlijk kom je nooit tekort.

De snelweg is echter niet zijn natuurlijke habitat; dat is het stadscentrum. Daar komt pas echt de vinnige en wendbare natuur van de Panda naar boven. De besturing is namelijk elektronisch aanpasbaar—een absoluut unicum in dit segment. In zijn City-modus wordt het stuurtje absurd licht en kan je de wagen eigenlijk met één pink door een smalle parkeergarage navigeren. Dit snufje is gewoonweg geniaal voor zij die in een drukke binnenstad wonen.

Verbruik

De hamvraag blijft natuurlijk: staat het halveren van de cilinders ook gelijk met het halveren van het verbruik? Kort gezegd: niet altijd. Wij konden met de beste wil van de wereld de verbruiksmeter niet vinden en reden daarom twee testcycli onder een verschillend rijgedrag. Eerst reden we de Panda 150 kilometer (gecombineerd stadswegen en snelwegen) tegen een redelijk levendige rijstijl—zoals het een Italiaanse stadswagen betaamt. Aan de pomp kostte ons dat 7,2 kilogram aardgas, wat gelijkstaat aan een verbruik van 4,8 kg/100km. Niet uitzonderlijk laag dus; eerder gemiddeld voor een compactje op CNG.

Onze tweede test leverde echter meer verrassende resultaten op. Nagenoeg dezelfde 150 kilometer werden afgelegd aan een rustiger rijgedrag en over dat traject verbruikten we in totaal 5,6 kilogram CNG, goed voor een gemiddelde van 3,7 kg/100km. Een echt rustige chauffeur kan dus weldegelijk zeer lage verbruikscijfers optekenen met dit motortje maar dan moet die wel zijn best doen. En dat vonden we niet altijd eenvoudig in een wagentje dat zo graag vaart maakt.

Ons verdict

De Fiat Panda beantwoordt—ook op CNG—nog steeds aan alle basisvoorwaarden die we al sinds 1980 aan het model toeschrijven: hij is goedkoop, leuk ontworpen en gemakkelijk in gebruik. De afwerking kan wat beter en de aandrijflijn mist wat verfijning, maar dat maken zijn uniek speelse karakter en zijn lage prijs dubbel en dik goed.

 

Overzicht:


+ Wendbaar als geen ander
+ Zuinig bij rustig rijgedrag
+ Goedkoop in aanschaf


- Plastic alom
- Brommende en trillende aandrijflijn
- Zitpositie vraagt gewenning


Tekst en foto's: Joram Van Acker

Getagged onder:
fiat

Gerelateerde items (op tag)

FIAT Professional onthult nieuwe elektrisch line-up

Fiat lanceert nieuwe modellen in zijn bedrijfswagengamma: E-Ducato, E-Doblo en E-Scudo. De E-Ducato zorgt voor 30 % meer actieradius en met dezelfde eigenschappen en heeft een laadvermogen waarmee de Ducato het best verkochte voertuig in zijn segment is geworden. De nieuwe E-Doblò behoudt de binnenruimte volledig en zorgt voor een grote flexibiliteit en laadcapaciteit. De Scudo is nog slimmer en ook 100 % elektrisch.

Eerste Test: Fiat 600e, Upgraden

De gekende Fiat 500e krijgt er een grote(re) broer bij. De Fiat 600 was in de jaren ’50 al het groter broertje van die 500, hij kreeg in de jaren ’90 zelfs de toepasselijk naam Seicento. Tijd voor een upgrade en natuurlijk krijgt de 600 nu de benaming 600e, wat hem elektrisch maakt.

Eerste Test: Abarth 500e

Bliksemse Schorpioen

Het Italiaanse Abarth bouwt sinds zijn oprichting in 1949 kleine sportieve modellen. Sinds de overname door Fiat in 1971 gaat dit vooral om sportieve modellen van de Fiat 500. Kenmerkend voor Abarth is het logo dat het silhouet van een schorpioen afbeeldt.

Dat ook Abarth een elektrisch merk wordt, spreekt voor zich binnen de Stellantis-groep. Of de fans van het merk daar mee opgezet zijn, valt nog af te wachten.
En het is Abarth zeker menens, vermits ze voor hun eerste elektrische Abarth 500e zelfs het schorpioenenlogo een nieuw gezicht geven. De schorpioen is nog duidelijk te zien, maar krijgt er een bliksemschicht doorheen.
Opvallen doet deze Abarth 500e met voor- en achteraan zijn naam in grote letters, naast de opvallende blitse kleurtjes “acid green” en “poison blue” wanneer je niet voor zwart, rood of wit kiest. Er is keuze tussen de hatchback en de cabrio.